top of page

Over mij

In 1957 ging mijn grote wens in vervulling en vertrok ik naar Frankrijk om te leren weven bij de Tisserandes Marguérite en Marcel Visse van Li Mestierau in Les Baux de Provence. Toen ik, na wekenlang spoeltjes draaien, scheringen opzetten en aanknopen die technieken onder de knie had, mocht ik eindelijk achter een van de getouwen gaan zitten om, aan de hand van werkkaarten van een eerder door de wevers ontworpen stof, deze te kopiëren voor een opdracht. Onder mijn handen groeide het weefsel met zijn Provençaalse kleuren en patronen tot een verrassend resultaat. Marcel en Marguérite waren zeer tevreden en ik wist toen al dat dit de passie van mijn leven zou worden. En dat is gebleken: tot op de dag van vandaag zit ik achter mijn getouw en blijf ik me ontwikkelen.

​

Terug in Nederland begon ik op een tafelgetouw kleine gobelins te weven, soms abstract, soms kopieerde ik een kunstwerk dat ik mooi vond zoals Le Port van Roger Bissière, een doekje dat nog steeds een plek in mijn huis heeft. Toen ik het geld bij elkaar had gespaard om een groot getouw te kopen werd dat een speciaal voor mij aangepaste ‘ Weviti III’ met de trappers van achter naar voren en een directe schering op het getouw en kon ik beginnen met het weven van stoffen. Ik gebruikte de techniek die ik in Frankrijk had geleerd maar weefde niet hun typische folkloristische motieven maar geometrische patronen in een ton-sur-ton kleurengamma of ik speelde juist alleen met kleuren. Altijd met kwalitatief hoogwaardige garens weefde ik stoffen voor hemdjurken, jakken, jasjes, bruidsjurken, gordijnen, accessoires en meer. Ik werkte samen met bevriende, pas beginnende modeontwerpers en had vanaf het begin klanten. Het was de tijd waarin kunstnijverheid onder een jong kunstminnend publiek populair was. Op een kleiner getouw weefde ik gobelins (80 x 100 cm) abstract en figuratief. Deze vonden hun bestemming via de BKR en de Rijksdienst Beeldende Kunst naar verschillende gemeentehuizen in Noord-Brabant.

​

Begin zeventiger jaren volgde ik lessen in bindingsleer, op de avondacademie AIVE in Eindhoven, gegeven door Herman Scholten en Wendy Doodson.

​

Het dubbelweefsel loopt als een rode draad door mijn weversleven, vooral omdat in de geometrische vlakverdeling de kleuren monochroom naast elkaar liggen. Ik weefde dekens, lijkwades en accessoires die ik namen gaf  zoals:  ‘moftasjes’, ‘kragen’, ‘vosjes’ en ‘tsarenmutsen’.  

​

In 2006 kocht ik een Zweeds ‘Glimakra’ weefgetouw met twee scheringbomen, een breedte van 150 cm, tien schachten en tien trappers en ook weer een directe schering op het getouw en begon ik aan een nieuw avontuur. Om het getouw goed te leren kennen weefde ik aanvankelijk alleen in linnen- of keperbinding.  

Omdat ik in de jaren daarna veel opdrachten had kwam ik er uiteindelijk pas in 2017 aan toe om mijn fascinatie voor het dubbelweefsel weer op te pakken en weefde ik in een schering van twee tonen grijs met beperkte, heldere kleuren in de inslag een serie van 16 unicum shawls geïnspireerd door ‘De Stijl’.

​

Vanaf 1993 werk ik samen met ontwerper Marjolein Keijsper. Wij inspireren elkaar en samen ontwikkelen we concepten voor nieuwe producten onder het label StikStof. Marjolein ontwerpt en realiseert maatkleding of andere objecten met de door mij geweven stoffen. Haar kracht zit in de detaillering. Iedere handgeweven stof is uniek en vraagt om een eigen toepassing en verwerking. Op die manier wordt er optimaal gebruik gemaakt van het karakteristieke van mijn stoffen.  

​

Bij een van onze werkbesprekingen vroeg zij mij vier jaar geleden of ik in de schering voor dubbelweefsel ook wandkleden kon weven. Ik was meteen geprikkeld om dit uit te zoeken. We gaven elkaar de opdracht een ontwerp te maken en gingen aan de slag. Marjolein vertaalde het silhouet van het Badipaleis in Marrakesh, met palmboom en blauwe lucht, naar geometrische vormen. Ik koos voor het landschap het Bossche Broek, gelegen tussen Vught en ’s-Hertogenbosch, een natuurgebied waarin ik dagelijks wandel. Ik begon met Marrakesh omdat ik met dit ontwerp alles kon uitproberen wat technisch mogelijk was (145 x 180 cm). Een leerzaam avontuur dat ik met veel uithalen en opnieuw beginnen tot een goed einde bracht. Voordat ik aan het Bossche Broek begon weefde ik met veel plezier en groot gemak een bijna abstract IJslands landschap. Het Bossche Broek bouwde ik op, liet ik ontstaan alsof ik er naar keek vanaf de dijk langs de rivier de Dommel. Toen het na voltooiing aan de wand hing was het mijn geliefde geel/oker/groene landschap geworden, met aan de horizon de skyline van ‘s-Hertogenbosch met daarboven een half bewolkte lucht.

​

Voldaan, maar om een stap verder te zetten met deze techniek van dubbelweefsel, heb ik de abstracte wandkleden MACARON  I-II-III geweven op een breedte van 145 cm. Omkaderd en gescheiden door grijze horizontale en verticale banen, kregen zeven kleuren -   wit, geel, lichtblauw, rood, groen, paars, mandarijn – in gelijke breedte de ruimte. De gebruikte garens, mohair, wol en zijde, gaven aan ieder kleed een andere kleurintensiteit. In dezelfde schering kwam ook het object MACARON tot stand.

​

Een nieuwe uitdaging in 2020  was de opdracht voor een te weven vloerkleed met natuurlijke materialen. Voor de schering gebruikte ik een ongeverfd katoenen garen. De inslag weefde ik  met verschillende materialen: ongelijkmatig met de hand gesponnen, naturelkleurige schapenwol,  eveneens met de hand gesponnen, witte vachten van Pyrenese berghond en een beige katoenen chenille garen. Het kleed ligt inmiddels bij de klant en in 2021 werk ik verder met natuurlijke materialen uit mijn eigen omgeving.

​

© 2021 Handweverij-Joeparons.nl

bottom of page